Waar rook is…

Deel 1

Geschreven door John Frijters

Bijna dertig jaar heb ik gerookt. Zo om en nabij de 300.000 sigaretten droegen in al die jaren bij aan heel veel gezellige momenten en inspiratie, maar ook aan m’n persoonlijke kruistocht tegen verschijnselen als: nerveusiteit (hoezo, ik schijn een slaapverwekkende rust uit te stralen), ongedurigheid, piekersomberte, werkstress.
Hoe vaak overkwam het me niet dat al tijdens het genot van een verrukkelijke maaltijd mijn hersenen de whereabouts verkenden van het tabakspakje. Amper de mond met het servet beroerd ter finale kwijting van slordig achtergebleven etensresten, of de andere hand omklemde het pakje tabak in broekzak of binnenzak colbert, ter voorbereiding op nóg meer genot. Hoe vaak hoestte ik in die 30 jaar de longen uit m’n lijf, had ik nare dromen over alle gezondheidsproblemen die nu eenmaal gepaard gaan met roken, of werd me door mijn artsen op het hart gedrukt dat het toch echt beter voor me was als ik zou stoppen met roken. Ik knikte ja, hield het vol tot aan de schuifdeuren van het ziekenhuis of huisartsenpraktijk, stak er bij de eerste stap buiten ‘eentje’ op en zoog m’n longen gelukzalig vol met wanhoopsdampen. En wat ik ook las, van Alan Carr tot de medische ontboezemingen van een bekende longarts, al dat overtuigend bewijs dat roken toch echt heel slecht is voor de gezondheid: het raakte me blijkbaar niet genoeg om het roken voor eens en altijd af te zweren. Sterker nog: de sigaret hoorde bij me, ik kon me er niet los van maken. ‘s Nachts de slaap niet kunnen vatten, een sigaretje bij een beker warme melk bracht uitkomst. In de file een kwartier sur place? Steek de brand in een peuk en je verveelt je minder snel. Even niet goed weten welke kant je met je verhaal op moet? Een trekje of tien verder schiet je vast wel iets te binnen. De sigaret als El Salvador, gek hè?

Verdraaid, één keertje, het zal een jaar of acht geleden zijn, dacht ik dat ik op de goede weg was. Ik probeerde te stoppen met behulp van nicotinepleisters. Dat ging me (vond ik toen) redelijk goed af. De pleister ging ’ s ochtends op de bovenarm en bleef daar zitten tot de volgende ochtend, same time, same place, de dagoude pleister ging er af met een bedankje voor bewezen diensten en onmiddellijk nam een collegapleister de nicotinedienst over.
Om nu te beweren dat ik niet naar een sigaret taalde, dat is lichtelijk overdreven, maar de continue nicotinelevering vanuit de pleister gaf voeding aan de behoefte van het lichaam, terwijl er geen sigaret aan te pas kwam. Ik meende dat de pleisters me van het roken af zouden helpen. Tot ik na drie weken pleisterplakken overmoedig werd en van het grootste pleisterformaat overstapte op het kleinste. Situaties of gedachten, die tot dan toe geen vat hadden op m’n bepleisterde geest, schoten nu ineens als doeltreffende STERreclameslogans voor m’n ogen. Toen ik die bewuste ochtend de post behandelde en er uit de verpakking van een reclamebureau de promotie voor een nieuwe tabaksoort tevoorschijn kwam, had ik dat pakketje meteen in de prullenbak moeten gooien. Maar nee, ik moest de inhoud zien. Daar lag ze voor me: een pakje tabak, mét vloeitjes. Ik zal u de marteling van dat moment besparen: ik rookte weer.

Acht jaar later. Anno Nu. Ik heb de nodige drukke weken achter de rug, waarin het eerder uitzondering dan regel was dat ik mijn hoofd op het kussen naast mijn lief te rusten legde. In het nachtelijk duister hoorde ik een angstig gepiep, alsof een muis in nood mijn aandacht probeerde te trekken. Ik spande mij in om te ontdekken waar het angstige geluid precies vandaan kwam. Het geluid bleek afkomstig van mijn ademhaling. Wat dacht ik dán? 30 Sigaretten gemiddeld per dag, dat wordt niet door je longen in dank afgenomen, laat staan door je andere organen die gebaat zijn bij een gezonde levenswijze. Ik ben uit bed gegaan en heb er over nagedacht. Die ene sigaret die ik tijdens mijn nachtelijk gepeins opstak, heb ik snel weer gedoofd. Mijn voornemen stond vast: ik ga stoppen met roken. Ja, maar HOE?

Mensen, die beweren dat zij zonder enige hulp van het roken afkomen, geloof ik niet. Het zijn óf flinkdoeners die ‘toch zeker niet verslaafd zijn ofzo’ (nee, dáárom rook je nog steeds zeker?), óf ze behoren tot de zeer kleine groep wiens wil wet is en daarom à la minute kunnen besluiten niet meer verslaafd te zijn aan een rotgewoonte. Die kleine groep is nog veel kleiner dan het woord ‘klein’ al tot uitdrukking brengt, want er lopen wat wannabees rond op deze aardbodem.

Ik heb mijn heil gezocht in de lasertherapie. Door mondelinge recommandatie werd ik gewezen op de praktijk van Yolande Peters. Op deze pagina treft u informatie aan over haar praktijk.
Drie dagen geleden heb ik het intakegesprek en de laserbehandeling gehad. Ik ben gestopt met roken. Hoe die belevenissen van een gestopte roker zijn, leest u volgende maand, waarmee ik maar wil zeggen dat ik er alle vertrouwen in heb dat ik dan nog steeds gestopt ben, beter gezegd: dat ik me dan een ex-roker mag noemen, nog beter gezegd: een niet-roker.

Deel 2

…plotseling doorstroomde iets ongekends, iets unieks, iets frisser dan fris, mijn lijf. Wat IS dit? Wow, zuurstof!

In Issue april vertelde ik u, dat ik ben gestopt met roken. Als belangrijke steun in de rug legde ik mijn ‘doorrookte’ lot in handen van Yolande Peters van Peters Lasertherapie. Ik beloofde u om in Issue mei mijn ervaringen met het stoppen met roken te vervolgen. Met die belofte legde ik mezelf de plicht op om het niet-roken vol te houden. Dat is het geval. Ik mag me nu ruim een maand niet-roker noemen en steven wat mij betreft af op de status ‘nooit-meer-roker’. Ik ga u vertellen wat mijn ervaringen van de afgelopen rookvrije maand zijn.

Op maandag 17 maart om 10.00 uur zou ik me laten ‘belaseren’ door Peters Lasertherapie. Iedereen in m’n omgeving stimuleerde mijn stoppoging. Ik moet zeggen dat al die enthousiaste reacties een stevige basis onder je stop-voornemen leggen. Hoewel de motivatie om te stoppen al van een behoorlijk kaliber was. Zoals ik al eerder bekende: ik was mijn soms piepende ademhaling meer dan beu, vond sigarettenrook steeds penetranter stinken, hekelde mijn eigen afhankelijkheid van sigaretten en ik werd steeds meer gesterkt in m’n overtuiging dat het stoppen met roken de kwaliteit van leven zou bevorderen.
Vlak voor mijn afspraak met Yolande Peters stak ik –doelloos rondjes draaiend op de stoep van haar praktijk- mijn laatste sigaret op en inhaleerde de rook tot onder m’n voetzolen. Het restje sigaret drukte ik met een mengeling van spijt en opluchting uit onder mijn schoen.

De behandeling zelf. Na het inleidende gesprek doe je je schoenen en sokken uit en je neemt plaats op de behandelstoel. Op de achtergrond klinkt een heel aangenaam muziekje met natuurgeluiden en terwijl Yolande op een aantal punten van je lichaam de laserstralen (volkomen onschadelijk, en behalve een licht tintelend gevoel verder totaal gevoelloos) hun werk laat doen, vallen je oogleden bijna dicht. Hypnotiserend, weldadig.
Na ongeveer drie kwartier is de behandeling klaar. Yolande geeft nog toelichting op de natuurcapsules, voedingssupplementen en natuurthee, die ze me meegeeft. Ze zorgen voor rust en ‘inwendige verschoning’. En inderdaad, zoals ik later zal merken, kan ik mijn ogen ’s avonds amper open houden. Slaap, slaap, slaap. De extra uren dromenland zorgen wel voor de nodige afleiding, dus zijn de pillen en capsules zeer effectief voor stoppende rokers.
Als ik buiten sta zegt de stem van mijn gewoonte: “Zo, en nou een sigaretje!” Dus niet! Die eerste vier, vijf dagen trekken er vage vleugen ontwenningsverschijnselen door m’n lijf. Soms voel ik me ‘dof’, soms prikkelbaar, het ene moment heb ik het idee dat mijn geest in de ene ruimte zit en mijn lijf in een andere kamer. Aanvankelijk zie en denk ik in sigaretten. Het maakt me boos op mezelf, op de verslaving en het sterkt me nog meer om te volharden in het niet-roken. Kauwgom en natuurzuivere laurierdrop bepalen m’n smaak. Na vijf dagen nemen de rookprikkels in frequentie en hevigheid af. Soms steken ze nog wel hun venijnige kopjes op. En telkens geeft het me een kick als ik merk dat m’n wil om vol te houden per dag groeit.
Enkele dagen later vertrek ik met mijn lief voor acht dagen naar La Palma, waar we genieten, genieten en genieten. Prachtige natuur, vriendelijke mensen, weinig toerisme, heel veel gelegenheden waar je tapas kunt eten.
Tijdens een van de wandeltochten langs vulkaankraters boven in de bergen, overkomt het me plotseling. Na een behoorlijke klim- en klautertocht ga ik op het hoogste bergpuntje zitten en kijk op (!) de wolken neer. De diepe inademing van al die zuivere lucht geeft me een zeer aparte sensatie: m’n longen fluisteren DankJeWel! als er sinds veel te lang geleden zoveel frisse lucht in alle uithoeken wordt opgenomen. Het duizelt me, een gezonde duizeling welteverstaan. Daar op dat bergtopje bedenk ik: “Als ik zou willen, kan ik nu een sigaret opsteken. Maar ik doe het niet en dat geeft me grote voldoening, veel groter dan de lekkerste trek aan een sigaret.”